Friezen spreken graag Fries of een streektaal met hun kinderen, maar vooral jonge kinderen spreken dit lang niet altijd terug.
Dit blijkt uit een representatieve steekproef van Enigma Research en de Leeuwarder Courant. Van de inwoners van Friesland die het Fries of een streektaal beheersen, spreekt 79 procent deze ook het liefst. 69 procent spreekt het Fries of een streektaal ook het meest met de kinderen. Het is hun familietaal en de taal van hun hart, geeft een grote meerderheid aan. Ze vinden het ook belangrijk dat het Fries blijft bestaan.
Maar Fries spreken met de kinderen, betekent niet altijd dat zij dit ook gaan doen. Zelfs wanneer beide ouders kiezen voor een Friestalige opvoeding, spreekt zo’n 11 procent van de minderjarige kinderen toch meestal Nederlands. De groep van 4 tot en met 11 jaar springt eruit: 17 procent hiervan geeft niet de voorkeur aan het Fries, ondanks hun Friestalige ouders. Vaak antwoorden ze ook in het Nederlands op het Fries van hun ouders. Als mogelijke verklaringen noemen ouders in het onderzoek onder meer de Nederlandstalige schoolomgeving en kinderprogramma’s zoals Nijntje. ‘Wij zien dit veel om ons heen’, schrijft een deelnemer. ‘Ook bij andere Friese gezinnen zijn er kinderen die Nederlands als voorkeurstaal ontwikkelen.’
Wanneer een van de ouders Fries spreekt met hun kind en de andere Nederlands, komt het Fries helemaal in het gedrang. Van de kinderen met één Friestalige ouder, spreekt hooguit 35 procent het liefst Fries. En ook hier springt de categorie van 4 tot en met 11 jaar er weer uit: slechts een vijfde van deze groep omarmt het Fries, de rest kiest voor het Nederlands.
Lang niet alle ouders die het Fries beheersen, spreken deze taal ook het meest tegen hun kinderen. Van de ouders die het Fries machtig zijn, spreekt 28 procent vooral Nederlands thuis. Ouders die Fries kunnen, maar Nederlands spreken met hun kinderen, doen dit vaak omdat hun partner Nederlands spreekt of omdat het Nederlands hun eigen moedertaal is. Bijna de helft van deze ouders spreekt zelf eigenlijk het liefst Fries, maar praat toch Nederlands met de kinderen. Hieronder zijn bijvoorbeeld mensen die met hun gezin buiten Friesland gewoond hebben, of ouders die een partner van buitenlandse afkomst hebben.
Dat best veel kinderen van Friestalige ouders kiezen voor het Nederlands, hoort taalonderzoeker Jelske Dijkstra van de Fryske Akademy ook van logopedisten. Dat de categorie van 4 tot en met 11 jaar eruit springt, komt waarschijnlijk doordat deze groep op de basisschool komt en daar ‘ondergedompeld’ wordt in het Nederlands, denkt Dijkstra. Aanleiding om te denken dat het Fries langzaam verdwijnt, is er volgens haar niet. Zo komt ook uit de steekproef naar voren dat ouders van minderjarige kinderen vaker voor het Fries kiezen (77 procent), dan ouders van wie de kinderen inmiddels volwassen zijn. Uit de meest recente taalsurvey van de Fryske Akademy, van 2018, blijkt dat de beheersing van het Fries zelfs iets toeneemt. Dijkstra vermoedt ook dat die verbetering zich doorzet, omdat het Fries meer aandacht krijgt in het onderwijs.
Bron: Leeuwarder Courant
Gepubliceerd: 24-02-2024